Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [52]zij gaven hun Hebron, in het land van Juda, en [53]haar voorsteden rondom dezelve. 52. Te weten, de kinderen Israels. Anders, men gaf hun. 53. Versta hierbij, met de akkers en weiden daar rondom naast gelegen, om zichzelven en hun beesten te voeden. En zo in het volgende.